Het schilderachtige dorpje Montalcino in de provincie Siena is herkomstgebied voor de bijzondere Brunello di Montalcino. Deze wijn was tot ver in de twintigste eeuw nog een curiosum omdat de productie in handen lag van één enkele familie. Pas in 1960 begonnen meer wijnmakers dit type wijn te maken en verveelvoudigde de aanplant van brunello, een plaatselijke kloon van de sangiovese. Veelzeggend genoeg is het feit dat twintig jaar later - in 1980 - Brunello di Montalcino de eerste Toscaanse wijn werd met een DOCG-status. De omgeving van Montalcino, ruim 100 kilometer ten zuiden van Florence, heeft een klimaat dat wat afwijkt van dat in Chianti. Het is warmer en droger, met 's nachts een goede afkoeling. Daardoor zijn Brunello's volle en krachtige wijnen met soms wel 14% alcohol, bij uitstek geschikt om lang te rijpen.

Het domein Uccelliera beslaat slecht 6 ha. wijngaard in Montalcino. Andrea Cortoseni, eigenaar van Ucceliera en wijnmaker met een filosofische inslag, zegt zelf: “Alles wat ik hier maak moet wortels hebben die net zo diep zijn als die van mijn olijvenbomen, bijna een millennium dus. Wat ik aantrof, mijn familiegrond, was een oude wijngaard, bijna vervallen, maar wel op grond die altijd vruchtbaar is geweest: een landschap dat de voorgaande generaties van mijn familie past als een handschoen. Ik wil dat mijn werk dit stukje aarde alleen maar beter maakt, en dat ik het land als levend erfgoed aan volgende generaties kan doorgeven.”

Andrea Cortonesi van Uccelliera toont echt talent als het gaat om het benadrukken van oogstjaar-typiciteit in zijn wijnen. Zijn Brunello di Montalcino vangt de uitbundigheid van het zonnige en warme groeiseizoen. Na de handmatige oogst vindt de fermentati e plaats in stalen vaten. De verdere rijping van de wijn geschiedt in Sloveens eiken vaten voor 24 tot 36 maanden. Vervolgens vindt de verdere rijping op de fles plaats voor minimaal 6 maanden in de kelders van het domein.

Een uiterst verleidelijke wijn met een ongekende balans tussen kracht en finesse en tussen fruit en aardsheid. In de neus intens rood kersenfruit, maar ook tonen van truffel en paddenstoel. In de mond sap, vulling en warme kruiderij met een lange finale. Grote dinerwijn!