Het was de overgrootvader van Pedro Guilherme Andrade, António Martins Simões, die de eerste wijnstokken plantte. Traditionele variëteiten van Bairrada, zoals Baga en Castelão, overheersten. Na de oogst werden de druiven in houten vaten geplaatst, waar ze later werden gefermenteerd in een kelder die naast het huis van de familie was gebouwd. Eenmaal geproduceerd, werd de wijn opgeslagen in vaten gemaakt van hout door kuipers uit naburige steden. Met de dood van de patriarch is het de grootvader van Pedro Guilherme Andrade, genaamd Agostinho Andrade, die de wijnproductie voortzet op het landgoed van Vale de Boi, dat in de tussentijd grotere afmetingen heeft gekregen dankzij de actie, juist van deze laatste wijnbouwer. De wijnbouw werd uitgevoerd volgens de methoden van die tijd, waarbij het land werd gegraven met schoffels en verrijkt met overvloedig onkruid. De wijnproductie zou in de laatste decennia van de 20ste eeuw worden overgenomen door de vader van Pedro Guilherme Andrade, António Guilherme Andrade, na de dood van zijn stamvader, Agostinho Andrade. Het was een noodzaak voor het gezin om de wijnbouw voort te zetten, maar nu een nieuw leven ingegeven door de uitbreiding van het land en de introductie van nieuwe technieken en apparatuur.

De druiven (een blend van baga en touriga nacional) zijn met de hand geplukt, zacht en langzaam geperst en aansluitend volgt alcoholische fermentatie in RVS tanks op een temperatuur van 16 graden Celsius. De jonge wijn rijpt vervolgens 6 maanden op nieuwe Franse barriques en 6 maanden op fles alvorens op de markt gezet.

Krachtige rode wijn met in de neus tonen van zwarte kersen, rijpe pruim en fijn cederhout. Complex en rijk, maar tegelijkertijd mooi rond in de smaak met een levendige fraicheur. Schenk deze wijn bij vlees van de grill, een mooie plank kazen met blauw- en rood schimmel kaas en zéker in goed gezelschap.