Louis Chèze, gestart in 1978 met 1 hectare wijngaard in Saint-Joseph, bezit momenteel 70 ha, waarvan 51 ha syrah, 4 ha marsanne en 15 ha viogner waarvan 4 ha in Condrieu. Andere wijnen die Louis Chèze produceert zijn: Côte Rôtie, Cornas, St. Joseph rood en wit en diverse IGP-wijnen van uitmuntende kwaliteit. Daarnaast is Louis Chèze actief met twee andere wijnboeren in een samenwerking: Les Vignobles de Seyssuel. Zij bezitten op de oostelijke Rhône oever wijngaarden ten noorden van de stad Vienne, dus buiten de officiële Rhône-appellaties. In de Romeinse tijd kwamen hier beroemde wijnen vandaan, in 1883 kwam er een eind aan de wijnbouw door de phylloxera plaag. Ruim 100 jaar later zijn deze dus herbeplant met o.a. syrah en viognier. Deze wijnen moeten gaan concurreren met de beroemde Côte-Rôtie en Condrieu wijnen. De resultaten zijn veelbelovend. Alle wijnen van Louis Chèze zijn van zeer hoogstaande kwaliteit, 20% wordt verkocht in de export.

Het gebied van de IGP des Collines Rhodaniennes ligt in het wijngebied van de Rhône en omvat de departementen Isère, Loire, Ardèche, Drôme en Rhône maar wordt meestal gebruikt door de wijnboeren in de noord Rhône tussen de steden Vienne en Tournon. Hier liggen de bekende wijngebieden zoals Condrieu, Côte-Rôtie, St. Joseph, Hermitage en Cornas. De steile, granietrijke hellingen met veel terrasbouw zijn zeer arbeidsintensief, machinaal bewerken is hier zo goed als onmogelijk. De druiven voor deze wijn komen uit wijngaarden rondom Limony, dat net buiten de appellatie Condrieu valt. Daarnaast is de viognier druif vrij gevoelig voor ziektes zoals meeldauw en te hoge rendementen. Hoewel er maximaal 80 hl per hectare geoogst mag worden ligt dit in de praktijk vaak op de helft. Dit alles zorgt er voor dat viognier uit de noord Rhône nooit echt goedkoop is, maar toch een betaalbaar alternatief voor de duurdere Condrieu.

Deze Viognier komt van een granietrijke bodem met een toplaag van grof zand. De stokken zijn tussen de 3 en 10 jaar oud. De gisting vindt plaats op ca 15ºC. in eiken vaten van 3 tot 4 jaar oud en daarna rijpt de wijn nog 9 maanden in deze vaten, waar ook de malolactische gisting plaatsvindt en het omroeren van de ‘lie’ (bâtonnage). Botteling vindt plaats in de zomer van het jaar na de oogst. Deze wijn moet jong gedronken worden.

Goudgeel van kleur. Een rijke geur met wat specerijen en bloemen. Zeer smaakvol, breed met wat amandelpitten en een klein bittertje. Grote finale!